Zwarte vs witte occultisten in het Duitsland rond WO-II – deel 1
Dit artikel gaat over een aantal specifieke cryptohistorische facetten van Nazi-Duitsland. Deze beperking voer ik in omdat het domweg onmogelijk is een volledig afgetimmerd essay over Duits occultisme rond Hitler in het algemeen te schrijven. Zelfs een wereldautoriteit op dit gebied als Nicholas Goodrich-Clarke [1] die er vier standaardwerken over schreef breekt er nog regelmatig z’n benen over.
De belangrijkste oorzaak voor de algehele glibberigheid van dit onderzoeksterrein is, denk ik, dat het eigenlijk nog steeds teveel bruist en borrelt wat betreft het historisch bronmateriaal. Zelfs meer dan een halve eeuw na de hoogtijdagen van de Nazi’s, drijft er onafgebroken nieuw ontdekt archiefmateriaal naar boven of worden vergeten boeken heruitgegeven, die regelmatig dwingen om voorgaande aannames te herzien, bij te stellen of te nuanceren.
Het thema Nazi-occultisme lijkt wel wat op een olielek dat maar niet gedicht kan worden. Duits occultisme is op het web, geboost door de nodige complot- en UFOsites, een populair item geworden. Ik merkte dat ook aan de trafficstatistieken van mijn oude website waar een pdf-je over Nazi-UFO’s het meest gedownloade document bleek. Zelfs de grootste Amerikaanse uitgever van occulte literatuur Llewellyn heeft een aparte afdeling ‘Theutonic Magick’. Nazi-occultisme is verder door de UFO-kwestie onlosmakelijk vervlochten met de apocriefe technologie rond Vril, vrije energie en Schaubergers’ implosiemotoren, waardoor politiek, mainstream media (MSM), gepolitiseerde universiteiten en ook regelmatig Wikipedia, neigen tot blackshelven, minimaliseren of ridiculiseren van informatie, die de officiële mainstreamkaders instabiel maken. Dit tot grote ergernis van mensen die voor volledige waarheidsvinding gaan, zoals bijvoorbeeld die ex-straaljagerpiloot van de Deutsche Luftwaffe, die mij destijds voor mijn eerste boek de foto’s van Vril-UFO’s verschafte (inmiddels overal op het web te downloaden). Vanwege het copyright issue had ik hem eerst gemaild of ik de foto’s van zijn toen nog unieke website mocht gebruiken, waarop hij antwoordde: ‘Natürlich! Die Amerikaner haben die Bilder von uns geklaut und wir haben sie wieder zurück geklaut.’
Door de algemene verbolgenheid over geschiedenismanipulatie vooral bij Duitsers zelf, is veel van het meer interessante materiaal over Nazi-occultisme helaas in de webniche van extreem rechts beland, waardoor de drempel nog weer hoger wordt gezet voor wie zich er echt in wil verdiepen.
Er zijn naast de ingang van de apocriefe technologie twee benaderwijzen die je inzake Nazi-occultisme als alternatief kunt nemen. De ene is natuurlijk de reguliere historische insteek, de andere is een benadering vanuit de occulte literatuur zelf, die academici meestal op voorhand links laten liggen. En dat is dus jammer, want daar bevinden zich nou wel net de krenten in de pap. Voor we daar aanbelanden eerst beknopt een stuk algemene informatie a la ‘bluf your way into German-occultism’, zodat de alinea’s die hierop volgen een beetje in context kunnen worden gelezen.
Duits occultisme was verdeeld over 5 segmenten
Duits occultisme is tot aan de jaren ‘50 van de vorige eeuw in vijf deels overlappende segmenten te classificeren. Na de jaren ‘50 wordt het occultisme vooral ingenomen door New Age-elementen, de wiccabeweging van de Hamburgse journaliste Gisela Graichen, de offspring van LaVey’s Californisch Satanisme, de Lucifercultus van Ula von Bernus, het Reeperbahn-masturbatie-orakel van Annie Sprinkle, de nodige eco-esoterie en sinds kort een opleving van het adonisme en “zwarte” magie. De hardcore van de hedendaagse Duitse magiebeoefening wordt ingenomen door het Magical Pact of the Illuminates of Thanateros (IOT), een internationale, maar voor 75% uit Duitstalige leden bestaande groep occultisten die vooral chaosmagie praktiseert. Chaosmagie is oorspronkelijk een magie die alle traditie verwerpt inclusief astrologie en werkt volgens een mix van oude technieken en de beginselen zoals die in de film The Secret worden uitgelegd. Chaosmagie ontstond in de jaren ’70, vooral dankzij Peter J. Carroll, na een conceptuele voorzet van H.P. Lovecraft, Austin Osman Spare, Aleister Crowley en William Burroughs. Verder geniet hedendaags occult Duitsland van doorgaans zeer kort verschijnende tijdschriften als ‘Schwarz und Magisch’, is er de nog altijd actieve Fraternitas Saturni uit 1928, de laatste Duitse exponent van de traditionele Europese magie en zijn er enkele softe wicca-facebookpagina’s. Het meest interessant zijn een handvol individuele natuurmagiërs, met vaak een overlap met wat je “esoterische boswachterij” zou kunnen noemen en sjamanisme. Tot slot gaat het slecht met de Duitse occulte uitgeverijen, waarvan er veel zijn geslonken of verdwenen. In dit kader is het verbod dat de zoon van Franz Bardon, Dieter Rüggeberg oplegde de werken van zijn vader nog langer te publiceren even tragisch als interessant. De inmiddels ook bejaarde Lumir Bardon kwam er achter dat de Duitse (en afgeleide Engelse) vertalingen van zijn vaders boeken veel fouten en gebreken bevatten. Hierop besloot hij het volledige werk, inclusief nooit eerder gepubliceerd materiaal in het Tjechisch en Engels te heruitgeven in gerestaureerde of geheel nieuwe vorm. Een project dat de komende jaren steeds meer gestalte zal krijgen.
1. Thule, Vril en Rundflugscheiben
Ik noemde hierboven een verdeling van het Duits occultisme in vijf segmenten. Het eerste van de vijf is dat van het Thule-Gesellschaft / Vril-Gesellschaft. Dit is gerelateerd aan de Duitse Rundflugscheiben of Nazi-UFO’s [3] en via Karl Haushofer, Dietrich Eckhart en Rudolf von Sebottendorff gekoppeld aan occulte scholing van Adolf Hitler en contacten met Tibetaanse Gele Hoed Lama’s. Hiervan bestond destijds in Berlijn een belangrijke commune. Feitelijk werd die Thule Geselschaft al opgericht in 1910 door Felix Niedner, de man die de oud-Noorse Edda’s in het Duits vertaalde, maar het genootschap krijgt eigenlijk pas voor het eerst substantiële betekenis als Von Sebottendorff in München een lokale tak opricht in 1919. Von Sebottendorff was lid van de Germanenorden en vanaf 1912 van een geheime antisemitische loge. Hij had jaren achtereen in Turkije doorgebracht, waar hij in contact kwam met zeldzame oriëntaalse vormen van occultisme binnen de Turkse vrijmetselarij. Ik bezit een werk van hem getiteld Die geheimen Űbungen der Türkischen Freimaurer. Hierin wordt een ritueel beschreven waarbij de eigen duistere kant (kakos daimon, Jungiaanse schaduw) via speciale vingermudras en klanken wordt geëxterioriseerd en geneutraliseerd door deze schaduw, die met een zwavelgeur verschijnt, door diverse kleurstadia te laten lopen tot hij gezuiverd is en wit is geworden.
2. Ariosophie, de Atlantische Übermenschen en antisemitisme
Een tweede segment betreft de stroming van de sterk door Helena Blavatsky (1831-1891) beïnvloede Ariosophie. Ariosophie ontstond onder bezielende leiding van theoretici als Guido von List, Herbert Reichstein, Karl Maria Wiligut (Heinrich Himmlers ‘persoonlijke magiër’) en tot slot de theozoöloog Jörg Lanz von Liebenfels en diens Ordo Novi Templi (ONT) die het blonde blauwogige Arische ras koppelde aan de nazaten van Atlantis. Atlantis en daarmee de Ariosophie is weer aan het Thule genootschap gelieerd via het begrip ‘Hyperborea-Thule’. Dit was een legendarisch, door ijs vernietigd continent in het noorden dat voor het eerst door Herodotes werd beschreven, waarna in 1679 de Zweedse schrijver Olaf Rudbeck de Atlantiërs aan de Hyperboreërs gelijk stelde. De naam Hyperborea duikt al in de vierde eeuw voor Christus voor het eerst op in het verloren werk Περι του ωκεаνου (Over de oceaan) van ontdekkingsreiziger Pytheas van Massalia en betekent ‘achter (of boven) het noorden’, vandaar de link met het arctische Thule. Dit arctische Thule wordt later bij de Nazi’s een onderaards Thule. Postuum Nazi-inspirator Friedrich Nietzsche (1844-1900) begint zijn werk Der Antichrist uit 1888 met de zin: “Sehn wir uns ins Gesicht. Wir sind Hyperboreer”. Vervolgens, en dit is historisch zeker belangrijk, koppelt Nietzsche Hyperborea aan een grote afkeer en verachting van het modernisme:
“Wir wissen gut wie abseits wir leben. Weder zu Lande noch zu Wasser wirst du den Weg zu den Hyperboreern finden: das hat schon Pindar von uns gewußt. Jenseits des Nordens, des Eises, des Todes – unser Leben, unser Glück… Wir haben den Glück entdeckt, wir wissen den Weg, wir fanden den Ausgang aus ganzen Jahrtausenden des Labyrinths. Wer fand ihn sonst? – der moderne Mensch ertwa? – Ich weiß nicht aus noch ein; ich bin alles, was nicht aus noch ein weiß“ – seufzt der moderne Mensch… An dieser Modernität waren wir krank – am faulen Frieden, am feigen Kompromiß, an der ganzen tugendhaften Unsauberkeit des modernen Ja und Nein.”
Hoewel de onderaardse aspirant-Übermenschen, de Vril-ya uit Sir Edward Bulwer-Litton’s roman Vril, the Power of the Coming Race op hun eigen aparte wijze redelijk beschaafd zijn, schrijft Nietzsche dat zijn Übermenschen zonder moraal moeten zijn en slechts vanuit de innerlijke wil tot macht moeten handelen, daarbij de mensen die de zekerheid van de kudde zoeken, voortdurend voorliegend om vrij en onafhankelijk te kunnen blijven van de kuddegeest. Het genie van Nietzsche, helaas volledig door hemzelf verpest, door onnadenkend op zijn sociopate voorganger de filosoof Max Sterner [3] te leunen, injecteert postuum in zowel de politieke als occulte bewegingen, voor en tijdens het Nazi-tijdperk de totale ethiekloosheid waardoor de Atlantische Ariër van Jörg Lanz von Liebenfels uiteindelijk gefaseerd wordt opgeslokt door de Nazi-Übermensch in zijn Pantzerkreuzer.
De Ariosophie en Thule-beweging versmelten zich verder via het begrip ‘Vril’. Dit ging via het net genoemde boek van Bulwer Lytton uit 1871 en daarna via de Franse auteur Louis Jacolliot die de mythe van de geheimzinnige energievorm ‘Vril’ verder ontwikkelde in Les Fils de Dieu (De Zonen van God) uit 1873 en Les Traditions indo-européennes (De Indo-Europese Tradities) uit 1876, waarin Jacolliot ‘Vril’ nu met het onderaards volk van Thule in verbinding bracht. Dat concept van het onderaardse volk is op zijn beurt weer terug te voeren op de Britse astronoom Sir Edmund Halley, die eind zeventiende eeuw voor het eerst de later door Jules Verne en de Nazi’s geadopteerde ‘holle Aarde-theorie’ ontwikkelde. Deze holle Aarde theorie op haar beurt, koppelt Nazi-occultisme weer aan de zoektocht van de Nazi’s naar het legendarische (onderaards gedachte) Shambhala in Centraal Azië met de focus op Tibet, waar we in deel 2 van dit artikel uitgebreid op terugkomen.
Een laatste belangrijke bron die Thule en Arioshophie versmelt, is de Indiase vrijheidstrijder Bal Gangadhar Tilak, die in zijn boek The Arctic Home of the Vedas uit 1903 de theorie poneert, dat de Thuleanen vanuit het poolgebied naar het zuiden trokken als voorouders van de Ariërs. Veel Duitsers geloofden begin twintigste eeuw (net als Hitler) daadwerkelijk dat ze afstamden van de oer-Ariërs die Hyperborea-Thule verlieten en zuidwaarts trokken en dat het hun bestemming was om met de macht van Vril als Herrenvolk over de wereld te heersen. De Ariosophie was los van alle fantasievolle aankleding in de basis, een stroming die min of meer natuurlijk begon te gisten uit, enerzijds een behoefte aan volkseenheid in het in talloze kleine staatjes verdeelde Duitsland van na de val van Napoleon (vandaar de behoefte aan zo’n losse staatjes overkoepelend assortiment aan Arische mythen) en anderzijds – in het kielzog van Nietzsche – een sterke cultuurpessimistische afkeer van industrialisering en modernisering. Onlosmakelijk verbonden met dat laatste waren natuurlijk joods kapitaal en de joodse macht binnen het bankwezen en dit werd, kort door de bocht genomen, het startblok voor het turbo-antisemitisme onder Hitler. Ariosophie inspireerde zich verder vooral op Germaanse folklore, waaronder de runenmagie en de Germaanse mythologie. Ariosophie speelde ook als tussenstation een rol bij het Nazi-haken-kruis, nadat Blavatsky dit oorspronkelijk Euraziatische zonne- en gelukssymbool [4] eerder rashistorisch had gerelateerd.
Uiteindelijk leidde dit tot deze ontwerptekening van der Führer uit 1920 en zijn latere toelichting bij de definitieve Nazi-versie van de swastika:
“Im Rot sehen wir den sozialen Gedanken der Bewegung, im Weiß den nationalistischen, im Haken-kreuz die Mission des Kampfes für den Sieg des arischen Menschen und […] der schaffenden Arbeit, die selbst ewig antisemitisch war und antisemitisch sein wird.”
3. Losse unicums waaronder Crowley
Een derde segment in het Duits occultisme vormt een verzamelbak van losse unicums zoals Od-ontdekker [5] Karl Freiherr von Reichenbach, de antroposoof Rudolf Steiner, diverse invloedrijke Rozenkruisers als bijvoorbeeld Franz Hartmann, natuurtalenten in mystificaties als Theodor Reuß, de theosofen en solistisch occultisten en astrologen die een redelijke bekendheid genoten. De meest excentrieke was in dit kader de destijds veel in Duitsland actieve Britse occultist Aleister Crowley (bij leken bekend van de originele Yellow Submarine Beatle-platenhoes) die zichzelf op de Weida Conferentie in 1926 tot ‘wereldredder’ wilde laten uitroepen door de Duitse pansofische beweging. Er bestaan betreffende zijn relatie tot Nazisme en Hitler veel overdreven verhalen over de ultra-autonome en eigenlijk nergens onder één noemer te vangen Crowley. Aleister Crowley (1875-1947) was echter van geen substantiële betekenis wat dit betreft. Wel uitte hij in diverse losse flodders zijn oprispingen van Nazi-sympathie. Zo onderscheidde Crowley mensen in dogs die moesten dienen en gods die moesten heersen. In zijn dagboekaantekening van 5 mei 1936 zegt hij zijn ‘telema’ [6] “as base for Nazi New Order” tot discussiepunt te willen maken en in 1937 ziet hij commercieel wel brood in porseleinen kopjes met bedrukte swastika’s. Via zijn ontmoeting met Duitse kopstukken binnen het occultisme, zoals Gregor A. Gregorius, Karl Germer, Theodor Reuß, Heinrich Tränker en zijn rol in Rozenkruisersorganisatie A.M.O.R.C. en de O.T.O. (Ordo Templi Orientis), was Crowley wel in algemene zin iemand van veel betekenis voor occult Duitsland.
Crowley is echter zelfs in deze rol grillig en complex. Dit wordt onder meer geïllustreerd door een interessante passage in zijn autobiografie The Confessions of Aleister Crowley (1979 editie pag. 628 geëdit door Kenneth Grant en John Symonds). Hierin laat Crowley zich uit over Theodor Reuß, waarbij, hoewel hij zelf de 33ste graad had, een nogal ontnuchterende kijk op de vrijmetselarij naar voren komt, volledig vergelijkbaar overigens met die van zijn tijdgenoot, de Siciliaanse occultist/filosoof Julius Evola. Na cynisch uit te wijden over talloze occultisten, die zichzelf allemaal tot “enige echte Grootmeester van de Orde der Rozenkruisers” hadden uitgeroepen, schrijft Crowley:
‘…One of my callers, however, did show some method in his madness; a man named Theodor Reuß -of whom more anon. Here I must simply mention that he was Grand Master of Germany of the combined Scottish, Memphis and Mizraim Rites of Freemasonry. I remember that I have been made a Sovereign Grand Inspector General; of the 33° and last degree of the Scottish Rite in Mexico ten years before, but I had never bothered my head about it, being evident that all Freemasonry was either vain pretence, tomfoolery, an excuse for drunken rowdiness, or a sinister association for political intrigues and commercial pirates. Reuß told me a good deal of the history of various rites, which is just as confused and criminal as any other branch of history; but he did persuade me that there were men who took the matter seriously and believed that the foolish formalism concealed really important magical secrets.’
Op pag. 696 heeft Crowley het samen met Reuß over het rechtzetten van zaken die verloederd zijn in de vrijmetselarij. Interessant is dat hij fel tegen de toelating van vrouwen is, die volgens hem nooit ‘Master Mason’ kunnen worden en ook geeft hij af op de bekende esoterica Annie Besant, die hij als hysterisch beschrijft. (Crowley beledigde overigens elke feministe die zijn pad kruiste, wat hem ironisch genoeg redelijk wat huwelijksaanzoeken opleverde.) Interessant bij deze passage is dat Reuß (in zijn bonte operazangerfantasie) claimde de oorspronkelijke Illuminati-lijn te hebben voortgezet en het juist de geëmancipeerde Illuminati van Weishaupt waren, die als eerste loge in de Europese geschiedenis vrouwen toelieten, wat destijds een van de redenen was dat de kerk haar lastercampagne tegen de Illuminati begon. Dat vrijmetselaars joden als gelijkwaardig toelieten, was al erg genoeg en dit plotselinge respect voor vrouwen was de druppel.
4. Traditionele occultisten
Een vierde segment bestaat uit authentieke loges, gevoed door de oudste Europese, Mediterrane en Klein-Aziatische occulte tradities zoals astrologie, elementenleer, theurgie en qabbalah, die geen link met de theosofie van Blavatsky hadden en ook geen behoefte koesterden om occultisme met Darwinistisch racisme of Messiascomplexen te vervlechten. De
belangrijkste vertegenwoordiger is de zich dan vooral in Oostenrijk manifesterende stroming van het Adonisme, met naast oprichter Dr. Franz Sättler Musallam, Rah-Omir Quintscher, diens pupil Silias en oud pupil Franz Bardon als kopstukken. Adonisme heeft relaties met de Babylonische astrolarie [7], de oude voor-joodse vorm van de qabbalah, waarbij genii of djinns een hoofdrol spelen. Vooral de 360 zogeheten Aardgordelzonedjinns, die de graden van de zodiak vertegenwoordigen en de Mercuriusgordelzonedjinns (de qabbalistische Shem-HaMephorash), die de 72 halfdecanaten aan een bijbehorende entiteit koppelen. Verder bevat het Adonisme elementen uit de traditionele Hekate-theurgie uit de Oudheid, een scheutje tantra, wat P.B. Randolph en een snufje Faustiaans tirauclairisme in de vorm van het aanroepen van Lucifer en Mephistopheles [8].
De oorsprong van het Adonisme haalde oriëntalist Musallam uit uniek schriftmateriaal uit de kloosters Bît en Nûr, in een provincie in Oost-Pakistan. Voordat Mussalam zijn Adonisten Bund (Ateschga-Tagonosyn) oprichtte, stichtte hij via de Meisterloge Hekate in Wenen een Europese tak van de oosterse orde Nizâm el Khât, die het geloof in de ene monotheïstische Abrahemitische (valse) god moest vervangen door het geloof in Dido en Adonis. Musallam hield zijn pleidooi hiervoor in voordrachten en publiceerde in zijn eigen tijdschrift ‘Dido’ en zijn almanak ‘Adonis’. De Adonistische Gesellschaft werd op 1 mei 1925 door Musallam in Wenen opgericht, hoewel een van de weinige bronnen uit die tijd aangeeft dat hij toen nog een gevangenisstraf uitzat wegens spionage voor Tsjecho-Slowakije onder de naam Dr. Erich Bauer.
5. Fraternitas Saturni en FOGC
Het laatste van de vijf segmenten wordt ingenomen door twee, segment nummer vier heel sterk overlappende occulte Loges. De eerste is de half obscure half neutrale, eveneens met djinns werkende, in 1928 opgerichte Saturn-Loge (Fraternitas Saturni) van destijds Gregor A. Gregorius (pseudoniem voor boekhandelaar Eugen Grosche 1888-1961), waarmee ‘der Orden Mentalischer Bauherren (OMB) van adonist Rah-Omir Quintscher uit 1922 fuseerde.
De ‘Fraternitas Saturni’ werd opgericht door Eugen Grosche (Gregor A. Gregorius) (11/03/1888 – 5/01/1964). De rituelen van de ‘Fraternitas Saturni’ zijn een mengeling van middeleeuwse magie en astrologie en er is een sterk accent op seksuele magie, naast het werken met humunculi en kunstmatige elementalen, waarvan Gotos de belangrijkste is. Grosches’ moeder was in de jaren 20 vorige eeuw huisdame van het Theosofische Genootschap in Berlijn. Op dat moment is Rudolf Steiner secretaris. Heinrich Tränker, een boekhandelaar, is eveneens van de partij. Via Tränker ontmoet Grosche, Peshke, een astroloog en naar natuurgenezer en hypnotiseur-magnetiseur Paul Linke. Via Otto Wilhelm Barth, Oswald Mutze en Hugo Vollrath kent leert hij de meeste Duitse occultisten uit de jaren 20 kennen. Op 8/05/1926 wordt te Berlijn de ‘Fraternitas Saturni’ opgericht. Eugen Grosche werd hier bijgestaan door vier broeders. Albin Grau werd de eerste Grootmeester.
Sexuele magie en drugsgebruik, vooral extracten van de Peyotl-cactus trokken de loge vooral onder Grosche in een specifieke hoek. Martha Kuentzel, lid van het ‘Thelema Verlags Gesellschaft Leipzig’, beschrijft Grosche als ‘einen Schwarzen Bruder’. Karl Germer die medeoprichter was van ‘Pansophia’ in 1922 zegt het volgende over Eugen Grosche : “… I know of course all about Fraternitas Saturni and the people bach of it. Grosche was a sex-maniac, dabbled in hypnosis and drugs – one of the lowest type of occultist I ever met. Grau was a good man, but was too deeply entangled with Grosche and Tränker…”
Fraternitas Saturni staat naast seksuele magie ook bekend haar Baphomet magie, waarbij ultra-chthonische/plutonische entiteiten worden opgeroepen. Op de vermoedelijke reden voor deze entiteitkeuze kom ik later terug. Baphomet magie kwam vooral op de voorgrond dankzij het latere logehoofd en de als schrijver zeer actieve Walter Jantschik (1939) en ook deze magie is veelal vermengd met het seksuele. [9]. Belangrijker voor dit artikel is in dit segment de beruchte Beierse Freimaurer Organisation des Goldenen Centuriums (FOGC) of Loge 99, zoals de organisatie ook bekend stond. Een Duitse Skull & Bones-achtige club die in 1840, dus acht jaar na Skull & Bones, werd opgericht door rijke Münchener industriëlen, maar die ook leden had woonachtig in Milaan en Rome.
Was Adolf Hitler lid van de Freimaurer Organisation des Goldenen Centuriums?
Zowel de theezoölogen, als de adonisten, als de Saturn Loge geloofden in een Gouden Tijdperk dat verdwenen was en moest terugkeren, zij het ieder in een heel andere versie. Jörg Lanz von Liebenfels geloofde in een terugkeer van een Arisch Atlantis. De adonisten zagen de lobotomie van God, waarbij de solaire/mannelijke yang-helft van God allesoverheersend werd en de chthonische/vrouwelijke yin-helft verbannen, als de oorzaak van alle ellende op aarde. De valse ene God moest weer plaats maken voor de God en de Godin en pas dan kon het Gouden Tijdperk terugkeren. God en Godin vinden we ook bij de wicca en natuurlijk in zeer veel mythologische varianten bij andere al of niet verdwenen religies. Bij de adonisten werden God en Godin vertegenwoordigd door Adonis en Dido. Fraternitas Saturni gelooft in de komst van een Aquariustijdperk [10]. De adonisten, Fraternitas Saturni en de duistere FOGC hadden allen de magische technieken met elkaar gemeen, met dien verstande dat deze technieken bij de FOGC uitsluitend voor machtsdoeleinden werden ingezet, en de FOGC en adonisten waarschijnlijk voortdurend in een staat van occulte oorlogvoering met elkaar verkeerden. De geschriften van Bardon en briefwisselingen tussen Quintscher en Silias wijzen hier in ieder geval onomstotelijk op – de eerste schreef dat de FOGC hem had proberen te doden met een occulte aanval [11], terwijl Quintscher beweerde dat de FOGC hem financieel geruïneerd had. Quintscher, die de adonisten overigens zelf tot satanisten rekende, beschrijft de FOGC (Loge-99) als moorddadig en 100% egoïstisch satanisch in een vertrouwelijke brief aan zijn leerling en OMB-logebroeder Silias van 27 februari 1931:
‘Die ‘99-er’ sind Satanisten, keine Adonisten. Diese gehen rücksichtslos über Leichen und kennen nur ihre persönliche Interesssen. Alles andere gibt es für sie nicht. – Auch keine ideellen Satanisten; denn sie opfern jährlich mindestens einen der ihrigen.’
Interessant aan deze brief is dat het om een geheime briefwisseling tussen twee vrienden gaat zonder publieke lasterfunctie. Twijfelachtig is of een loge, die jaarlijks of meerdere keren per jaar iemand van haar eigen leden offert, überhaupt nog nieuwe aanwinst onder de Münchener, Roomse en Milanese patriciërs zou kunnen werven. Ik denk dat Bardon’s bericht van één offer per vijf jaar plausibeler is dan de fanatieke kamikaze-aanpak die Quintscher hier poneert. De FOGC zou een belangrijke rol hebben gespeeld bij de financiering van Adolf Hitler door bankdirecteuren af te persen.
Hitler was volgens de Bardon zelf lid van de FOGC (Loge 99). Bardon vermeldde verder dat er niet 1 maar 99 van deze (al of niet duistere) loges bestonden en dat het getal 99 aldus niet alleen op de 99 leden sloeg, maar ook op het aantal van deze, over de hele wereld verspreide klonen [12]. Hierover wil ik kwijt dat er veel opvallende overeenkomsten zijn tussen bijvoorbeeld Skull & Bones en de FOGC. Iets dat Skull & Bones als een 99-loge plausibel maakt. Wat dit tegenspreekt is dat er dan nog 97 meer van dit soort clubs moeten (hebben) bestaan en ik dit, met een heel leven van rondsnuffelen in deze wereld, toch hoogst onwaarschijnlijk acht. Toen Hitler zijn machtspositie verzegeld had, vreesde hij volgens een andere bron, Guido Wolther (Fr. Daniel van Fraternitas Saturni) [13], de macht van de FOGC. Hij liet diverse leden vervolgen waardoor een aantal oud-FOGC-ers voor de geallieerden zouden zijn gaan vechten. Een groter deel stierf als officier van de Duitse Wehrmacht. Dat blijkbaar niet alle FOGC-leden pro-Hitler genoeg waren om aan vervolging te ontsnappen, roept allerlei vragen op over hun relatie en maakt de zaak extra gecompliceerd. Er is ook hard bewijs dat de FOGC-leden de Italiaanse fascisten vreesden.
Direct na de Badoglio Putsch van 25 juli 1943 overhandigde de Milanese aristocraat en FOGC-lid Conte Ettori di Novello aan Guido Wolther alias Fr. Daniel (Fraternitas Saturni) diverse FOGC-logedocumenten, omdat hij vreesde dat die in handen van de fascisten zouden komen. Uit FOGC-vertrouweling Wolter’s nalatenschap blijkt, in tegenstelling tot beweringen van Duits occultisme-historicus Adolf Hemberger (Pansophie und Rosenkreuz, Teil II, Gießen 1974), wiens vermelding dat de FOGC in 1933 al werd opgeheven daarna door diverse schrijvers en webmasters werd gecut & paste, dat de FOGC pas gedurende eind WO-II in rap tempo uiteenviel:
“Der damalige ambtierende Großmeister – ein Offizier im Oberstrang – fiel im Norwegen Feldzug – das war der Auftakt zu einem Mitgliedersterben ohnegleichen. Im Jahre 1944 lebten nur noch 20 Mitglieder, davon waren 12 in Konzentrationslagern. Bei Kriegsende waren es nur noch 4 oder 5 Männer – fast alles Meistergrade…die Loge war vernichtet.”
In een later document, gebundeld in Die Rituale der FOGC, geeft Wolther aan dat er uiteindelijk acht FOGC-leden waren die de oorlog overleefd hadden en die in 1947 weer bijeenkwamen in hun oude FOGC-Loge gebouw in München. De Fraternitas Saturni zwijgt als het graf over het verdere verloop en laat in het midden of de FOGC, de meest effectieve, meest resultaat scorende occulte loge ooit, weer uit de as is verrezen.
Met betrekking tot de relatie adonisten en FOGC, is het nog bijzonder lastig om de link te plaatsen via de zogenaamde tepa, een MK ULTRA-achtig instrument dat door Rah-Omir Quintscher was uitgevonden, maar waar de FOGC met name berucht om werd. Hoe Quintscher’s uitvinding in handen van zijn gehate FOGC kwam is even onduidelijk, als hoe hij aan de informatie komt over het jaarlijks mensenoffer bij de FOGC. Quintscher beschreef zichzelf regelmatig als een zwarte of ‘grijze’ magiër, waar Bardon uitgesproken onberispelijk bleef en door dik en dun trouw aan zijn credo “Haat niemand, vrees niets”. Hij bracht dit, zoals we later zien, met een bovenmenselijk kunnen in de praktijk tijdens een situatie die menige maag doet omkeren. Reden waarom veel occultisten tegenwoordig Frans Bardon als een Messias zien, of in ieder geval iets dat hierbij in de buurt komt, wat overigens meteen weer een hele anti-Bardon tegenbeweging heeft opgeroepen, maar dat terzijde.
Rituele magie met djinns en het kunstmatig oproepen van Charles Bonnet-syndroom
Een volgend vraagteken binnen deze strekking blijft de link via de in de FOGC vereerde demon Asmodi (Asmodeus), met de adonisten waar de inwijdingsrite voor het contact met de Aardgordelzonedjinns bestaat uit de verbintenis met Aschmunadai, de hoofdintelligentie van de zogeheten Aardgordelzone of wereldziel en twee deel-aspecten van dit wezen: Aladiah en Kolorom. Aschmunadai is uit te leggen als de verbindende noëtische intelligentie van de 360 genii van de graden van de zodiak. In gewoon Nederlands, van alle mogelijke natuurlijke intelligentie denkbaar, variërend van kristalvorming van chemische elementen in de natuur, tot menselijke vindingrijkheid, seizoencycli etc. Hoewel de afzonderlijke 360 graad-betekenissen van de zodiak, een oud onderdeel van de astrologie, niet of nauwelijks een rol meer spelen bij hedendaagse horoscoopduidingen, heeft elke zodiakgraad een heel eigen archetypisch karakter, attributengamma en psychosfeer en de optelsom hiervan heeft ook nog een wezen. Een dergelijk wezen wordt een geni of djinn genoemd.
Er is eigenlijk maar één parabel te bedenken waarmee ik het begrip geni of djinn wellicht bevattelijk kan maken, aangezien ik hier van de lezer moet vragen veel gangbare ideeën over bewustzijn, ziel en geest overboord te gooien: Zoals de scheikundige elementen uit het periodiek systeem ons stoffelijke lichaam samenstellen in allerlei onderlinge verbindingen, zo is ons astraallichaam samengesteld uit een specifieke verbindingmix van actieve en latente archetypische djinn-invloeden, die ons karakter en lot grotendeels bepalen. [14] Djinns vormen als het ware het periodiek systeem van de ziel, tegenover het periodiek systeem van de materie. Ons astraallichaam bestaat uit invloeden van Aardgordelzonedjinns, ons mentaallichaam is mede onderhavig aan Mercuriusgordeldjinns. Deze Mercuriusdjinns horen, zoals ik eerder aangaf, bij de 72 halfdecanaten van de zodiak en beslaan als archetype en sfeergamma dus niet één graad van de zodiak, maar vijf graden. Binnen het Duits occultisme werkte men vooral via rituele magie met Aardgordel- en Mercuriusgordeldjinns. Het begrip djinn of geni algemeen, is uit het Middenoosten afkomstig. In de Koran worden djinns zelfs als net zulke reële wezens als mensen beschreven en de niet occult onderlegde lezer zal djinns toch vaak wel kennen uit het door Richard Burton vanuit het Arabisch vertaalde Verhalen uit Duizend en één Nacht. Binnen de latere Fraternitas Saturni worden onder meer plutonische djinns als Omuluman opgeroepen.
Pluto-energie heeft in de eerste instantie met transformatie en dwingende machtsuitoefening te maken en vermoedelijk is het (kort door de bocht) dat laatste wat logeleden bij zichzelf aanvullen als eigenschap met dit soort rituelen. De FOGC werkte verder met Mars- en Mercuriusdemonen en we komen in hun inwijdingssymboliek voor leerling en gezel Cernunnos tegen, compleet met een oproepings-sigillum. Cernunnos is de oude Keltische, aan de Griekse Pan en Britse ‘Herne the Hunter’ verwante god, die binnen de wicca vaak de invulling belichaamt van de God naast de Godin.
Wat is het nut om djinns via magische rituelen aan te roepen? Dat is, na de helaas toch wat complexe intro, eigenlijk heel eenvoudig uit te leggen. In het achterhoofd moet worden onthouden dat djinns wezens zijn, die alleen binnen een panpsychistische context kunnen worden begrepen door de moderne geest. Een djinn is uitgedrukt in de mystieke (panpsychistische) hypostasen- en tijdgeestleer namelijk een bilokaal dubbelwezen, dat én als oerentiteit autonoom is én simultaan als deelentiteit een archetypische facet van onze ziel/psyche/talenten/(on)deugden invult. Een djinn heeft, met andere woorden, zijn bestaansoorsprong in een eeuwig en onveranderlijk archetype, maar subjectiveert zich in het bewustzijn en/of onbewuste van miljarden mensen tegelijk, in de vorm van specifieke eigenschappen, aspiraties, wil en karaktertrekken, behorende bij een specifieke graad van de zodiak (in geval van de 360 Aardgordelzonedjinns). Daarnaast heeft elke djinn een positieve en een negatieve kant, wat 2 x 360 = 720 archetypen oplevert en waarin djinns van engelen of aartsengelen verschillen en veel dichter bij het menselijk bewustzijn staan, dat dramatiek en innerlijke tegenstrijdigheden als inherent ingrediënt heeft.
Onze geboortehoroscoop bepaalt karmisch welke planeten tijdens onze geboorte welke specifieke graden van de zodiak innemen en daarmee wordt karmisch bepaald, welke djinns zich precies met ons leven vervlechten en/of verbinden en ons aldus een uniek karakter en pakket aan talenten en affiniteiten verschaffen, die uiteraard worden gemixt met aansturing vanuit erfelijke en tijdgeestculturele invloeden. Voor een occultist is deze predispositie, of hij nu macht of alleen wijsheid wil, en of hij nu goed- of kwaadwillend is, een stuk verouderde software. Een occultist wil niet alleen gestuurd en dus beperkt worden door zijn eigen geboortehoroscopisch gedetermineerd pakket van djinn-krachten/eigenschappen, maar over zijn grenzen heen stijgen. Dat kan door in letterlijke zin wezenlijk contact te maken met onder meer de djinns van de zodiakgraden of halfdecanaten, die niet direct een link met zijn huidige incarnatie en karma hebben, maar dus wel een stuk intelligentie of eigenschap representeren dat de occultist graag aan zijn eigen pakket zou toevoegen. Dit is niet helemaal vrijblijvend, want het oproepen van een djinnkracht behorende bij een zodiakgraad, die ten opzichte van een planeetpositie in je horoscoop bijvoorbeeld een strijdaspect (45°, 90°, 135°, 180°) maakt, heeft als bijwerking hetzelfde effect als een natuurlijk astrologisch aspect van een transiterende planeet en dit kan tot negatieve situaties en ongelukken leiden [15].
Ook een welwillend occultist zal soms tijdelijk met pure Duivel-energie (theonische Steenbok-energie) werken om voor een groter goed dingen te bewerkstelligen.
Een djinn die populair begint te worden in een undergroundniche op het web is Forsteton, de djinn van de 17de graad Vissen (= van 16 tot 17 graden). Dit vanwege het feit dat deze djinn de vruchtbaarheid en seksdrive verhoogt. Het eigen zenderpakket van de ziel uitbreiden kan de occultist, behalve met behulp van djinns, ook door contact met Elementaalwezens, doden (necromantie), engelen, aartsengelen, theonische godsaspecten, daemones en demonen etc. De middelen daartoe zijn de invocatieve rituele magie (theurgie) waarbij de aard, kennis en energie van een entiteit wordt geabsorbeerd in het energieveld en bewustzijn van de magiër en de evocatieve rituele magie (mix tirauclairisme & decretisme/ Höllenzwang/ sorcery/ pactafsluitingen) [16] die de kracht van een wezen buiten de aura van de magiër houdt, maar onderwerpt aan een bevel of verdrag (het bekende pact met de Duivel valt hier onder). De occulte ethiek en spirituele hygiëne die daarbij hoort, is voor “witte” magiërs uiterst ingewikkeld, vervlochten met “karmische licenties” en ik heb hier niet de ruimte daar op in te gaan. Om toch een tip van de sluier op te lichten: ook een welwillend occultist zal soms tijdelijk met pure Duivel-energie (theonische Steenbok-energie) werken, om voor een groter goed dingen te bewerkstelligen. Ook moet een occultist die ernstige of dodelijke ziektes kan genezen, soms passief blijven indien de karmische wet dit voor de patiënt gebiedt. Bardon moest daarom ooit een genezing door hem van tuberculose weer terugdraaien. Nu heeft elke djinn een positieve en negatieve zijde, een engelkant en een demonische kant. Contact met zowel de engelkant als de demonkant roept een verschijnsel op, dat we ook wel kennen als Charles Bonnet-syndroom. Dit syndroom komt neer op hallucineren bij vol bewustzijn, zonder dat er van een psychose sprake is, waardoor als het ware ideeën rechtstreeks en in zeer uitgewerkte en heldere vorm, uit het akashaveld worden “gedownload”.
In feite werkt onbewust inspiratie altijd zo en bij iedereen, alleen hier hebben we het over de turbovariant van dit proces. Soms heeft iemand het zeldzame lot dat hij hoog inspiratief geboren wordt, dat wil zeggen dat hij een leven lang en zonder hiervoor magische technieken te hoeven gebruiken, duurzaam in een dergelijk soort channel-staat verkeert. Occultisten verklaren hiermee de onvoorstelbare begaafdheid en productiviteit van creatieve wondermensen zoals Da Vinci, Mozart, Einstein, Shakespeare of bijvoorbeeld Tesla, waar alle geestwetenschappers op dit vlak nog altijd falen en voor raadsels staan, die ze knullig proberen op te lossen door bijvoorbeeld hersens te onderzoeken. Het oproepen van een anti-djinn of tegengenius doet geen beroep op de engelachtige (beter geformuleerd epistrofische) [17] pool van een djinn, maar sec op de demonische kant ervan.
De functie van demonische theurgie bij de FOGC en Skull & Bones voor machtspolitiek
De FOGC had vooral interesse in de destructieve pool van de djinns en in wezens uit de demonenklasse. Met Skull & Bones had de FOGC in het oog springend gemeen, dat de loge-egregor [18] (bij de FOGC tevens het 100e lid van de loge met een eigen lege stoel) de Marsdemon Barzabel zelf was. Barzabel of Bartzabel heeft met alle negatieve aspecten van Marsenergie te maken, dus met moord, oorlog, vernietiging, geweld, onderdrukking, grenzen van anderen minachten etc.. In heruitgegeven FOGC-rituelen zag ik dat logeleden behalve Marsdemonen, ook ritueel de energie van Sheremael probeerden te integreren. Sheremael is in de qabbalah de demon van het teken Tweelingen.
In gewoon Nederlands mag Sheremael worden uitgelegd als demon van de desinformatie, valsheid, diefstal en leugen. Skull & Bones heeft Elequentia als loge-egregor. Dit was oorspronkelijk de godin van de welbespraaktheid (dus ook een Tweelingen/Mercurius-achtige energie), maar is bij Skull & Bones gedeformeerd (morfogenetisch en astraal) tot een desinformatie- en moord- en doodentiteit, die niets met de oorspronkelijke psychosfeer rond Eloquentia van doen heeft. Sinds 1992 worden ook vrouwen tot de aan Yale University verbonden Skull & Bones-Orde toegelaten (Boneswomen, Ladies of Eulogia, Boodle Girls). Een team van BBC-reporters wist recentelijk door te dringen op het Yale-terrein en geluidopnames te maken tijdens een inwijdingsritueel. De opname was op internet beluisterbaar en laat langdurig de meest walgelijke demonische klanken uit de keel van een nieuw vrouwelijk lid horen. Elke ervaren occultist weet bij het horen hiervan dat hier daadwerkelijk sprake is van een invocatieve ritueel magische handeling, waarbij doelbewust iemand bezeten raakt met een demonische entiteit, passend bij de psychosfeer annex het archetype behorende bij die afschuwelijke kreten. Je hoort verder dat het om het opslurpen van pure doodsenergie gaat. Luister en huiver (het initiatieritueelfragmentje begint ongeveer bij 1 minuut 10):
De functie van dit ritueel lijkt het integreren van liegen, vernietigen, moorden, als iets volstrekt natuurlijks en het ervaren van expliciete kwaadaardigheid als iets orgastisch. Daarmee wordt het geweten vernietigd en de weerstand van (lees: polarisering tegenover) het boze en destructieve element in de wereld, aldus opgeheven en omgezet in een ruggesteun. Je kweekt zo dus kunstmatig een Nietzschiaans type onmens, dat totaal gewetenloos desinformatiepolitiek en oorlogen kan voeren en immuun is, sterker nog, alleen maar gevoed wordt met negativiteit, die als reactie op de wandaden van, in dit geval de Bonesmen & Boodle Girls, zelfs vanuit de hele wereld naar hen toe wordt gezonden. Iets dat ieder normaal mens in korte tijd zou vellen, omdat hier sprake is van een zeer krachtige etherische storm die negatief is geladen [19]. Deze kracht legt het echter af tegen de etherische storm die onbewust door de MSM is veroorzaakt bij de apathische massa, die TV en krant voor zich laat denken zonder zich af te vragen wie het nieuws sorteert en kwantitatief helaas nog altijd groter is dan de kritische massa. Kwaad heeft daarbij in de regel zelf geen last van kwaad, omdat het daarmee domweg assimileert in plaats van er tegenaan schrampt.
‘As soon as you turn to God, Hell breaks loose.’ – David Goddard
Van het omgekeerde maakte de Brits-Roemeense occultist David Goddard me ooit bewust met zijn uitspraak: ‘As soon as you turn to God, Hell breaks loose.’ Het is opvallend dat mensen die bewust en consequent de weg van de deugd kiezen, om het zo maar te noemen, vrijwel altijd een opvallend zwaar en moeilijk leven hebben. De mythe van Herakles draait hierom, als hij moet kiezen tussen Arete (Deugd) en Kakia (Ondeugd). Ook deel ik met collega astroloog Robert Zoller de constatering dat, indien de sterkste planeet in iemands horoscoop (almutem figuris) een traditionele benific (geluksbrenger) is, zoals Venus of Jupiter, de persoon in kwestie het bijna altijd zwaar heeft vanaf de kindertijd af aan, terwijl mensen met een malefic als Mars of Saturnus als almutem figuren, mazzelpikken lijken te zijn. Ogenschijnlijk, maar ik laat het hier nu even bij dit statistisch gegeven, zonder er verder op in te gaan waarom licht duisternis cadeau krijgt en duisternis licht. Het almutem figuris-verhaal is een lastig vele pagina’s vretend stuk dieptepsychologie op het thema ‘de Duivel schijt altijd op de grootste bult’.
De symbiose machts- en doodspolitiek, onvolwassen samenleving en modernisme
De gewetenloze onaangedaanheid van Bones-karakters (je ziet het ook bij veel Bilderbergers, Trilateralen etc.) heeft een sterk hypnotiserend effect op mensen in de omgeving, die neigen zich aan zo’n stabiele onverstoorbare en doorgaans ook vaak glimlachende persoonlijkheid als leider te onderwerpen. Je ziet het interculturele verschijnsel van onaantastbare etterbakken van leiders over de hele wereld en door de hele geschiedenis heen. Het is een stukje psychometafysica: wat beweegt, fluctueert, leeft, in beweging is, zoekt namelijk automatisch houvast c.q. complementatie in een vast stabiel punt, waarbij de aard van dat rustpunt pas op de tweede plaats komt, omdat zowel existentionele bestaansonzekerheid als algehele maatschappelijke instabiliteit meer wordt gevreesd, dan het bij gebrek aan beter verkozen alternatief. Om deze reden kon bijvoorbeeld direct na de revoluties in Europa, Napoleon alweer tot een nieuwe dictator opklimmen. Om deze reden ook kunnen politici, die de grootst mogelijke onzin of populistische oneliners uitkramen, verkiezingen winnen als ze maar consequent blijven in het uitkramen van die grootst mogelijke onzin of populistische oneliners. Het is een negatief soort symbiose die enkel fluctueert, zelfs inherent is aan een onvolwassen samenleving met, zowel bij burger als bestuurder, een structureel gebrek aan zielsaristocratie (bushito, vajrayama).
Het lijkt hierbij een fout in de schepping dat het dramatische, wat het menselijk leven is, neigt zich aan ‘rust’ te onderwerpen, maar hierbij blind is voor het feit dat ook ‘rust’ twee polen heeft en je die geen van beide moet gebruiken, wil je ooit uit de oercalvinistische impasse komen van “zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar en wat doe je er aan”: de ene pool is pansynthese, de andere betreft eenzijdig resoneren met trillingen c.q. nemen, voortkomend uit hetgeen de filosofie heeft gedefinieerd als het pure ‘ding’. Het ding vreet zich in onze beschaving (en collectief onbewuste) in via techniek en administratie, daarmee een zielsdodende linkerhersenhelftcultuur genererend, historisch te definiëren als nihilistisch-materialistisch (post)modernisme. De totale uniformiteit en controlehysterie van de Orwelliaanse staat, is een voorbeeld van hoe dit zoeken naar bestaansrust en houvast zonder zielsaristocratie tot bestaansvernietiging leidt. Rust zoeken in pansynthese manifesteert zich vooral in christendom en boeddhisme en is al net zo schadelijk voor het bewustzijn en de Aarde, omdat ook hier de confrontatie met een volledig uitgewerkt en praktiserend menselijk bewustzijn uit de weg wordt gegaan. Een bewustzijn dat bewust in volle verantwoording zou kiezen voor het goede en de Aarde, en niet omdat een Messias dat een tof idee leek met een vette bonus voor je ziel in het hiernamaals – soort Wallstreet-formule, zo typerend voor de reguliere “spiritualiteit”.
Het grootste geheim van alle leiderschap is het solaarbeginsel van staan waar je staat en blijven staan waar je voor staat, en dit kunstje zonder onbewuste reacties op de buitenwereld door dik en dun vol weten te houden. En zelfs al ben je een nietig mager mannetje in slechts een lendendoek achter een spinnewiel, tegenover het hele zwaarbewapende Britse leger, dan nog kan het.
Niet veel mensen hebben echter de ballen van Mahatma Gandhi, vandaar dat Skull & Bones hiervoor wat assistentie vraagt, niet van boven, maar van wat vroeger ‘beneden’ of ‘hel’ werd genoemd en wat in werkelijkheid dat net al benoemde dode zielloze ‘ding’ zelf, als basis en bereik heeft. Zwarte occulte loges misbruiken hiermee het tantrisch-Shivaïstische vajrayana-principe (De Weg van de Diamant of Donderschicht) dat Gandhi positief in de praktijk bracht.
Feitelijk draaien ze het nobele hoogste beginsel van stralende natuurlijke en verdiende autoriteit 180 graden om, in een parasitisme van onverdiende administratief, mediacratisch en militair dichtgetimmerde macht, die de samenleving alleen maar leegzuigt. Net zoals de via de Amerikaanse delegatie met Skull & Bones vervloeide Bilderbergers dit doen. Het omdraaien van ethische en semantische begrippen is bij dit procédé een hoofdbezigheid, met de complimenten voor het Tavistock Instituut en haar enorme cluster satellieten. Hoe zwakker het ethisch bewustzijn van de massa, hoe makkelijker de machtswellust van negatief leiderschap immers is te bevredigen en hoe sterker de positie wordt. ♦
NOTEN:
1] Nicholas Goodrick-Clarke publiceerde:
– The Occult Roots of Nazism: The Ariosophist of Austria and Germany
– Hitler’s Priestes: Savitri Devi, the Hindu-Aryan Myth and Neo-Nazism
– Black Sun: Aryan Cults, Esoteric Nazism, and the Politics of Identity
– Unknown Sources: National Socialism and the Occult – (co-auteur Hans Thomas Hakl)
2] Goed boek hierover is Hitlers Flying Saucers – A guide to German Flying Discs of the Second World War – Henry Stevens ISBN: 1-931882-13-4 – Adventures Unlimited Press.
3] Max Stirner (Johann Caspar Schmidt – 1806-1856) wordt gezien als dé filosoof achter New World Order. Zijn leer van ‘der Einzige’ (Der Einzige und sein Eigentum) zoekt de theoretische rechtvaardiging voor kapitalisme en administratief geordende chaos, desinformatie en onrecht, bezit en bezitloosheid en moord. Het ideaal is een onsociaal anoniem bestaan. Stirner was de grote verpestende invloed op Nietzsche, waarvan nu duidelijk mag zijn waar deze zijn Űbermensch vandaan heeft gepikt, vrij van enige gewetenswroeging.
4] Swastika betekend ‘geluksbrenger’ in het Sanskriet.
5] Od is de Duitse occulte benaming voor orgon, mana, jing, bioelektromagnetische levensenergie.
6] Thelema: sleutelwoord bij Aleister Crowley. Grieks voor ‘wil’. Uit The Book of the Law: ‘Do what thou willt shal be the whole of the Law.’
7] Astrolatrie is astrologisch gebaseerde religie. Direct na het shamanistische tijdperk ontstonden de astrolatrische religies in Babylonië en Midden Amerika.
8] P.B. Randolph schreef het beroemde Magia Sexualis. Dit boek had veel invloed op Duitse occulte loges. Seksuele Magie werd veel bedreven in de Fraternitas Saturni. Tirauclairisme is de technische aanduiding van uit een beschermende cirkel in een driehoek oproepen en laten verschijnen (evocatie) van entiteiten, meestal Elementaalwezens, daemones, demonen of engelen.
9] Zie: Baphomet Magie – Walter Jantschik, Esoterischer Verlag Paul Hartmann, juni 2001
– Der Ordo Baphometis, Frankfurt 1988
– Die Schwarze Messe, Suhl 1999
– Die magische Evokation der 99 Transwesen in Baphometum, Frankfurt 2000
10] Het Aquariustijdperk is een miskleuntheorie die ontsproten is uit het door elkaar husselen van de siderische en tropische zodiak. De theorie ontleent in een hardnekkig misverstand tijdgeesttheorieën aan de verschuiving van het lentepunt door de zodiak terwijl hiervoor het Galactisch Centrum moet worden gebruikt. Ook kent men niet astrologisch onderbouwde kwaliteiten toe aan het teken Waterman of Aquarius.
11] Bardon in de aan zijn secretaresse Otti Votavova nagelaten aantekeningen voor de autobiografische roman Frabato, later voltooid door Votavova en uitgever Dieter Roggeberg.
12] Frabato
13] Fr. Daniel/Guido Wolther: Die Rituale der FOGC Loge.
14] Het klassieke hypostasenmodel verdeelt het universum in een gamma van verdichtinggradaties van de schepping. De pansynthetische staat van universum en bewustzijn ofwel totale eenheid werd Mone of Monade genoemd en stond dialectisch tegenover het concrete aardse bestaan. Daartussen zaten allerlei gelaagdheden waaronder iets dat we nu Rupert Sheldrake’s morfogenetisch veld noemen en het akashaveld. Anders dan bij moderne kwantenmodellen die ook met verdichtinggradaties werken (materie is bevroren licht), werken hypostasenmodellen met verdichtinggradaties van tijd/ruimte/energie/bewustzijn waarbij alles in een dynamische correlatieve dialectiek is vervat tussen proödisch (yang) tijd/ruimte/energie/bewustzijn en epistrofisch (yin) tijd/ruimte/energie/bewustzijn. Zie ‘Nulpunt Revolutie’ of Pythagoras voor de begrippen epistrofe en proödos en onder noot 20.
15] Ik heb dat zelf eens hardleers ondervonden doordat ik voor mijn krav maga-training de daarvoor bijzonder nuttig gedachte Schorpioen-djinn Hasperim invoceerde, behorend bij een graad pal tegenover mijn geboorte-Mercurius waarna ik binnen een kwartier een botsing (mijn enige ooit) in het verkeer kreeg. Feitelijk had ik onbedoeld een kunstmatige Mars/Pluto oppositie Mercurius gecreëerd, een van de twee meest beruchte aspecten voor ongelukken in het verkeer of problemen met mechanische apparaten. Mercurius heerst psychosferisch o.a. over alle verkeer, transport en wegennetten. Weliswaar was het een bescheiden botsing en met goede afloop en de positieve djinn-eigenschap die ik nodig had kreeg ik ook tot enige verbazing van mijn leraar en trainingmaat, maar het was voorlopig eenmalig dit experiment. Omgekeerd heb ik erg goede ervaringen met djinns op voor mij gunstige horoscopische posities en met weer andere djinns kreeg ik domweg helemaal geen contact.
16 Pactafsluitingen: zoals bij Faust, een voor wat hoort wat-verdrag met een demon. Door Bardon sterk afgeraden, zelfs waar het positieve wezens betreft. Decretisme gaat altijd samen met tirauclairisme en kan vertaald worden als de kunst van het dwingend bevelen.
17] De epistrofe of yin-flow heeft veelheid als domein en eenheid als bereik. De proödos of yang-flow heeft eenheid als domein en veelheid als bereik. Hoe dichter bij het epistrofisch bereik het bewustzijn cq een entiteit staat hoe dichter bij eenheid, hoe verder van conflict. Engelwezens staan zo hoog op deze ladder dat conflict domweg geen onderdeel uitmaakt van hun wezen, terwijl demonen – kort door de bocht genomen – alleen maar conflict kennen. In een paradox omdat het hun wezen zelf is en niet een toegevoegde eigenschap.
18] Egregor: kunstmatige Elementaal, een langs magische weg geschapen en geladen gedachtevorm die wezenskenmerken krijgt en autonoom bewustzijn en intelligentie kan ontwikkelen, net als een Tibetaanse tulpa. Gerelateerd aan egregors zijn de larve, schemen, de shoggoth, poltergeistverschijnselen en de homunculus.
19] Etherische storm: zeer krachtige gedachtevorm. Voorbeelden zijn ook trends, modetrends, tijden van oorlogshitsing. De desinformatietactieken van de MSM hebben slechts tot doel etherisch stormen te veroorzaken die het collectief onbewuste en bewuste sturen. Desinformatie heeft een sterk occult aspect, namelijk dat van de morfogenetische druk die wordt uitgeoefend om ideomotoractief resultaat te oogsten.
VAMzzz Publishing boek:
MAGUS Leer & Ritueel
door Benjamin Adamah
Nederlands
ISBN 9789492355362
Paperback, 278 pagina’sInteresse? Kijk hier voor meer…